Feiten en statistieken over cyberpesten

*Deze lijst met statistieken over cyberpesten van 2018-2022 wordt regelmatig bijgewerkt met de laatste feiten, cijfers en trends.

Verbinding met het internet is belangrijk omdat het zowel educatieve als sociale voordelen biedt voor jongeren in Nederland. Helaas worden deze positieve eigenschappen deels tenietgedaan  door potentieel gevaarlijke gevolgen.

Naast het verbeteren van de communicatie en het democratiseren van de toegang tot informatie, stelt het internet criminelen en pestkoppen in staat zich te verschuilen achter een masker van anonimiteit. Dit creëert een geheel nieuwe reeks risico’s voor Nederlandse kinderen – en vaak ook voor volwassenen.

Het internet vormt niet alleen een bedreiging voor tieners die het slachtoffer kunnen worden van cyberpesten, maar biedt kinderen ook de mogelijkheid om zelf online misdaden te plegen, of te trollen en cyberpesten. Daarmee is cyberpesten een onderwerp waar alle Nederlandse ouders en verzorgers van op de hoogte zouden moeten zijn.

Wereldwijd proberen scholen, overheden en onafhankelijke organisaties het bewustzijn van cyberpesten en online stalking te vergroten. De statistieken over cyberpesten in dit artikel illustreren echter dat het probleem niet zal verdwijnen. Recente studies hebben zelfs aangetoond dat tijdens de pandemie de dreiging van cyberpesten is toegenomen…

Cyberpesten over de hele wereld

We hebben de resultaten geanalyseerd van een internationale Ipsos-enquête onder volwassenen in 28 landen, waaronder Nederland. In totaal zijn tussen 23 maart en 6 april 2018 20.793 interviews afgenomen onder mensen van 18-64 jaar in de VS en Canada, en mensen van 16-64 jaar in alle andere landen (inclusief Nederland). Het onthult dat steeds meer ouders kinderen hebben die een vorm van cyberpesten hebben ervaren.

Volgens de Ipsos-enquête geven wereldwijde gemiddelden aan dat ongeveer 70% van de mensen op de hoogte is van cyberpesten. En bijna de helft van de onderzochte landen had een bewustzijn van cyberpesten van 84% of meer. Helaas behoorde Nederland niet tot de onderzochte landen. Het nabijgelegen Duitsland had echter een gemiddelde van 78%.

Ondertussen bleven Indiase ouders het hoogste scoren in het uiten van hun overtuiging dat hun kinderen in ieder geval soms met cyberpesten te maken kregen, een aantal dat tussen 2011 en 2018 alleen maar groeide.

In heel Europa en Noord- en Zuid-Amerika blijkt ook dat meer ouders zich meer bewust worden van de negatieve ervaringen van hun kinderen met cyberpesten, of dat hun kinderen steeds vaker online met dergelijke aanvallen te maken krijgen.

Percentage ouders dat aangeeft dat hun kind het slachtoffer is geworden van cyberpesten. Enquêteresultaten 2011-2018.
Country201820162011
India373232
Brazil291920
United States263415
Belgium251312
South Africa262510
Malaysia23----
Sweden232014
Canada201718
Turkey20145
Saudi Arabia191718
Australië192013
Mexico18208
Groot-Brittannië181511
China172011
Servië16----
Duitsland1497
Argentinië14109
Peru1413--
Zuid-Korea1398
Italië12113
Polen121812
Roemenië11----
Hongarije10117
Spanje9105
Frankrijk975
Chili8----
Japan577
Rusland195

Wereldwijde perspectieven in cyberpesten

De volgende grafiek bevat aanvullende perspectieven en inzichten in cyberpesten op wereldwijde schaal, waaronder:

Percentage respondenten op de hoogte van cyberpesten als concept

Aantal reagerende landen waar specifieke wetten tegen pesten bestaan

Respondenten die geloven dat de huidige wetgeving voldoende is om gevallen van cyberpesten aan te pakken.

Feiten en statistieken over cyberpesten voor 2018-2022

1. 60 procent van de ouders met kinderen van 14 tot 18 jaar gaf aan dat hun kinderen gepest werden in 2019

Meer ouders dan ooit melden dat hun kinderen gepest worden, zowel op school als online. Comparitech heeft een onderzoek uitgevoerd onder meer dan 1.000 ouders met kinderen ouder dan 5 jaar.

We hebben het volgende vastgesteld:

  • 47,7% van de ouders met kinderen van 6-10 jaar meldde dat hun kinderen werden gepest
  • 56,4% van de ouders met kinderen van 11-13 jaar meldde dat hun kinderen werden gepest
  • 59,9% van de ouders met kinderen van 14-18 jaar meldde dat hun kinderen werden gepest
  • 54,3% van de ouders met kinderen van 19 jaar en ouder meldde dat hun kinderen werden gepest

Bullying statistics infographic

2. Een vijfde van alle pesterijen vindt plaats via sociale media

Hoewel de overgrote meerderheid van de ouders pesten op school meldde, verklaarde 19,2% dat pesten plaatsvond via socialemediawebsites en -apps. Nog eens 11% gaf aan dat pesten plaatsvond via tekstberichten, terwijl 7,9% videogames als bron noemde. Daarnaast meldde 6,8% dat pesten plaatsvond op niet-socialemediawebsites, terwijl 3,3% aangaf dat het pesten plaatsvond via e-mail.

Sommige ouders waren zelfs getuige van cyberpesten: 10,5% van de ouders gaf aan het cyberpesten zelf te hebben waargenomen.

3. De houding ten opzichte van de pandemie en lockdowns droeg rechtstreeks bij aan cyberpesten

Een studie geschreven door wetenschappers van de universiteiten van Florida en Denver onthulde dat de wereldwijde pandemie een duidelijk effect had op het niveau van cyberpesten op Twitter. Volgens die studie onthulde de analyse van 454.046 openbaar beschikbare tweets met betrekking tot cyberpesten een directe correlatie tussen de pandemie en gevallen van cyberpesten.

Volgens een ander onderzoek van L1GHT, een bedrijf dat gespecialiseerd is in AI dat is ontworpen om toxische content te detecteren en te filteren om kinderen te beschermen, is online toxiciteit en cyberpesten op socialemediawebsites en in socialemedia-apps en apps voor videoconferenties met wel 70% toegenomen (PDF) als gevolg van de pandemie. Dit omvatte een toename van 200% in toxiciteit en pesten gericht op Aziaten.

De studie bracht ook een toename van haatzaaiende uitlatingen onder kinderen en tieners aan het licht, die rechtstreeks verband hielden met een toename van COVID-19-infecties onder de bevolking.

Die stijging kwam volgens Verywell deels door de extra vrije tijd en online aanwezigheid die kinderen hadden door de lockdown en het online onderwijs. Statista laat zien dat kinderen door de pandemie ongeveer 20% meer tijd op socialemediasites doorbrachten.

Psychologische redenen, waaronder zelfbehoud en zelfverdedigingsgedrag, zijn ook genoemd (door Verywell) als mogelijke oorzaken voor de plotselinge toename van cyberpesten en online toxiciteit tijdens de pandemie.

4. De meeste ouders reageren proactief nadat hun kinderen werden gepest

Er zijn een groot aantal manieren waarop ouders kunnen reageren op cyberpesten, maar het lijkt erop dat de meest gebruikelijke reactie is om met kinderen te praten over online veiligheid.

Comparitech ontdekte dat 59,4% van de ouders met hun kinderen praatte over internetveiligheid en veilige praktijken nadat er cyberpesten plaatsvond. Ouders moeten echter mogelijk meer stappen ondernemen om in te grijpen, aangezien slechts 43,4% het aanpassen van ouderlijk toezicht om overtreders te blokkeren identificeerde, slechts 33% nieuwe regels voor het gebruik van technologie implementeerde en slechts 40,6% het bewijsmateriaal bewaarde voor onderzoekers.

Zeer weinig ouders (slechts 34,9%) brachten de school van hun kind op de hoogte van cyberpesten. En een klein aantal (10,4%) zette de nucleaire optie in en nam als reactie de technologie van hun kind volledig af.

5. De meeste tieners hebben nu op de een of andere manier te maken gehad met cyberpesten

Uit een onderzoek van Pew Research uit 2018 bleek dat een meerderheid aan tieners (59%) een vorm van cyberpesten heeft ondervonden. Een uitgebreidere studie uit 2021 laat zien dat dit niet uniek is voor tieners, aangezien ongeveer 40 procent van de Amerikanen onder de 30 wel eens te maken heeft gehad met online intimidatie. Van hen noemde 50% politiek als de reden achter het incident.

De meest voorkomende specifieke vormen van cyberpesten zijn:

  • Beledigend schelden (31%)
  • Doelbewust in verlegenheid brengen (26%)
  • Fysieke bedreigingen (14%)
  • Stalken (11%)
  • Seksuele intimidatie (11%)
  • Aanhoudende intimidatie (11%)
cyberbullying research study
Bron: Pew Research Center

Uit een onderzoek uit 2021 van het Cyberbullying Research Center bleek bovendien dat 22,6% van de 12- tot 17-jarigen in de VS in de afgelopen 30 dagen is gepest. Dit zou echter een aanzienlijke onderrapportage kunnen zijn, aangezien uit een tien jaar durende studie van de Florida Atlantic University onder 20.000 scholieren van middelbare scholen bleek dat dit in 70% van de gevallen gebeurde.

6. Zelfgerapporteerde gegevens geven gemengde resultaten

Volgens het Cyberbullying Research Center, dat sinds 2007 gegevens over dit onderwerp verzamelt, geeft gemiddeld 27,8% van de tieners aan met cyberpesten te maken hebben gehad.

De verschillen in het gerapporteerde aantal slachtoffers tussen het Pew Research Center en het Cyberbullying Research Center zijn groot, maar geven blijk van een inherent probleem met zelfgerapporteerde gegevens met betrekking tot cyberpesten. Vanwege de moeilijkheid om gegevens te verzamelen en de inconsistenties in hoe respondenten vragen beantwoorden (evenals verschillen in hoe en in welke vorm vragen worden gesteld), is het moeilijk om het exacte aantal jonge volwassenen vast te stellen dat op een bepaald moment in hun leven is gepest.

Het probleem kan ernstiger of minder ernstig zijn dan beide onderzoekscentra aangeven.

7. Gegevens van Google Trends onthullen toenemende patronen over cyberpesten

Gegevens van Google Trends geven aan dat er veel meer aandacht is voor cyberpesten dan ooit tevoren. Het aantal wereldwijde zoekopdrachten naar ‘cyberpesten’ is sinds 2004 verdrievoudigd:

Opvallend is dat het verkeer vanuit het VK elk jaar in oktober een terugkerende piek vertoont, wanneer er een korte schoolvakantie is. Er is echter ook een dip tijdens de feestdagen, vermoedelijk omdat pestkoppen ergens anders mee bezig zijn.

Ondanks dat dit patroon al jaren aanhoudt, was er in de herfst van 2020 een opmerkelijke afname in zoekopdrachten naar ‘cyberpesten’. Dit kan te wijten zijn aan de grote onrust in het leven van studenten als gevolg van de COVID-19-pandemie en het overstappen naar online leren, maar zonder verdere gegevens is dat moeilijk met zekerheid te zeggen.

In Nederland zijn zoekopdrachten naar cyberpesten redelijk gelijkmatig over het land verspreid, met de hoogste zoekindex in Noord-Holland:

north holland

8. Cyberpesten zou bij kunnen dragen aan de toename van zelfmoorden onder jongeren

Het aantal zelfmoorden onder tieners is de afgelopen tien jaar zorgwekkend gestegen. Het National Center for Health Statistics (NCHS) ontdekte dat zelfmoord in 2019 de op één na  belangrijkste doodsoorzaak was onder inwoners van de VS tussen 10 en 34 jaar.

youth suicide rates US 19
Bron: NCHS Data Brief nummer 398

Hoewel het NCHS-rapport, dat in februari 2021 werd uitgebracht, geen reden suggereert voor de toename van zelfmoorden, kan cyberpesten inderdaad deels een verklaring zijn.

Een studie uit 2022 van het Lifespan Brain Institute concludeerde dat het slachtoffer zijn van cyberpesten overeenkomt met een verhoogde incidentie van zelfmoordgedachten, hoewel dader zijn dat niet is.

Dit weerspiegelt een onderzoek uit 2018 waaruit bleek dat jongvolwassenen onder de 25 die het slachtoffer waren van cyberpesten twee keer zoveel kans hadden om zelfmoord te plegen of zichzelf op andere manieren te verwonden.

Bovendien bleek uit onderzoek dat tijdens de Pediatric Academic Societies Meeting 2017 werd gepresenteerd, dat het aantal kinderen dat in ziekenhuizen werd opgenomen wegens een poging tot zelfmoord of het uiten van zelfmoordgedachten, tussen 2008 en 2015 is verdubbeld. Een groot deel van de stijging houdt verband met een toename van het cyberpesten.

Meer zelfmoorden onder tieners worden nu op de een of andere manier toegeschreven aan cyberpesten dan ooit tevoren. Bovendien plegen jonge mannen vaker zelfmoord dan vrouwen, hoewel het aantal zelfmoorden onder tieners tussen 2000 en 2017 in het algemeen is gestegen.

9. Pesten heeft verrassende gevolgen voor identiteitsfraude

Het lijkt erop dat pesten gevolgen heeft die verder gaan dan zelfbeschadiging. Javelin Research constateert dat kinderen die gepest worden ook 9 keer meer kans hebben om het slachtoffer te worden van identiteitsfraude.

cyberbullying Statistics Javelin
Bron: Javelin

10. Jongvolwassenen blijven verdeeld over contentmoderatie

Uit een onderzoek uit 2021 van de Britse anti-pestorganisatie Ditch the Label bleek dat meer dan 40 procent van de mensen onder de 25 jaar niet zeker weet of socialemediaplatforms strenger moeten worden gemodereerd. Ongeveer een derde zou meer moderatie willen zien, terwijl 15 procent van de respondenten tegen deze stap is.

11. De meeste jongvolwassenen vinden cyberpesten geen normaal of acceptabel gedrag

Helaas verandert Ditch the Label elk jaar hun vraagstelling, waardoor het moeilijk is om veranderingen in houding in de loop van de tijd te volgen. Dit helpt echter wel om een breder scala aan onderwerpen te behandelen.

Uit hun enquête van 2017 bleek bijvoorbeeld dat 77% van de jongvolwassenen pesten niet gewoon als “onderdeel van het opgroeien” beschouwt. De meesten (62%) zijn ook van mening dat kwetsende opmerkingen online net zo erg zijn als offline. En met een verwijzing naar het idee dat beroemdheden nog altijd mensen zijn, is 70% het zeer oneens met het idee dat het oké is om vervelende tweets naar beroemde persoonlijkheden te sturen.

Toch resulteren persoonlijke perspectieven over hoe anderen moeten worden behandeld niet altijd in positief gedrag. Hypocrisie heeft steeds de neiging te overheersen, aangezien uit de Ditch the Label-enquête ook bleek dat 69% van de respondenten toegaf online wel eens iets beledigends te hebben gedaan tegenover een andere persoon. Uit een onderzoek bleek dat adolescenten die zich schuldig maakten aan cyberpesten, door hun leeftijdsgenoten vaker als ‘populair’ werden beschouwd.

12. Cyberpesten strekt zich ook uit tot online gaming

Sociale media hebben de neiging om de meeste aandacht op te slokken die verband houdt met cyberpesten, maar het kan op elk online medium voorkomen, inclusief online gaming. In één enquête meldde 79% van de gamers dat ze tijdens het online gamen gepest waren.

Ondertussen bleek uit een onderzoek onder meer dan 2.000 adolescenten dat meer dan een derde te maken heeft gekregen met pesten in mobiele games.  En uit een Ditch the Label-onderzoek uit 2020 onder meer dan 2.500 jonge volwassenen bleek dat 53% aangaf slachtoffer te zijn van pesten in online gaming-omgevingen, terwijl meer dan 70% vindt dat pesten in online games serieuzer moet worden genomen.

Helaas bleek uit de enquête van Ditch the Label uit 2019 dat het aantal respondenten dat was gepest in een online game gestegen was tot 76% (hoewel dit cijfer verwarrend genoeg daalde tot slechts 11% in 2020 — de redenen waarom zijn onduidelijk, maar zouden hopelijk duidelijk  moeten worden met verder onderzoek).

Pesten bij online gamen kan verder gaan dan alleen kwetsende woorden. Het kan ook de gevaarlijke activiteit omvatten die bekend staat als swatting, waarbij daders het huisadres van het slachtoffer lokaliseren en een valse strafrechtelijke klacht indienen bij de lokale politie van het slachtoffer, die vervolgens “het SWAT-team stuurt” als reactie. Swatting heeft geresulteerd in het doodschieten van onschuldige slachtoffers, waardoor het een bijzonder verontrustende praktijk is die vaker wordt geassocieerd met de gaminggemeenschap.

13. Nederlandse autoriteiten hebben uitlevering van cyberpester bevolen

Na de zelfmoord van de Canadese tiener Amanda Todd in 2012, kreeg een Nederlandse cyberpestkop die verdacht werd van 72 afzonderlijke beschuldigingen van cyberpesten en online stalking, het bevel om te worden uitgeleverd aan Canada om daar terecht te staan.

In augustus 2022 werd de Nederlandse verdachte, Aydin Coban, schuldig bevonden aan het bezit van kinderpornografie, het lokken van kinderen en criminele intimidatie.

14. Japanse internetcriminaliteitsexpert doodgestoken

In 2018 werd Kenichiro Okamoto, een Japanse expert op het gebied van internetcriminaliteit, doodgestoken nadat hij een seminar had gegeven over hoe om te gaan met cyberpesten en online trollen. Het seminar vond plaats in de stad Fukuoka.

Okamoto werd 15 minuten na het einde van het seminar in een toilet neergestoken door een persoon die later toegaf dat hij Okamoto online had lastiggevallen en wrok tegen hem koesterde vanwege zijn werk dat online intimidatie, trollen en cyberpesten aan het licht bracht.

15. Een verbod op mobiele telefoons op school voorkomt cyberpesten niet

Begin 2019 heeft het National Center for Education Statistics (NCES) gegevens gepubliceerd waaruit blijkt dat scholen waar mobiele telefoons niet zijn toegestaan, ook een hoger aantal door de directie gerapporteerde gevallen van cyberpesten hadden.

16. Cyberpesten heeft invloed op slaapgewoonten

Uit een onderzoek uit 2019 bleek dat tieners die met cyberpesten te maken hadden, ook vaker last hadden van slecht slapen en depressies. Deze bevinding werd weerspiegeld in het rapport van Ditch the Label uit 2020, waarin 36 procent van de respondenten aangaf zich depressief te voelen.

Ongeveer een op de tien respondenten van het onderzoek naar mediagebruik uit 2022 van Ditch the Label kon online informatie of hulpmiddelen vinden om te helpen met slapen, maar de overgrote meerderheid keek helemaal niet of kon niets nuttigs vinden.

17. Zich verbonden voelen met leeftijdsgenoten en familie helpt om cyberpesten te verminderen

Uit een onderzoek uit 2018 bleek dat ouders betrokken willen zijn bij het helpen voorkomen en oplossen van cyberpesten, maar niet weten hoe. Uit het onderzoek bleek ook dat tieners vaak geloven dat cyberpesten normaal is en niet willen dat ouders tussenbeide komen.

Volgens een Ofcom-onderzoek uit 2022 vertrouwt ongeveer 45 procent van de Britse ouders erop dat hun kinderen zich verantwoordelijk gedragen wat betreft de content die ze online consumeren, in plaats van te vertrouwen op technische beperkingen. Ongeveer de helft van de respondenten antwoordde dat ze om de paar weken met hun kind praatten over hun surfgedrag, waarbij slechts vijf procent dit gesprek een keer en daarna nooit meer voerde.

Ander onderzoek geeft aan dat het vormen van een sterkere band met hun kinderen een effectieve manier kan zijn om pesten te helpen voorkomen. Uit een online enquête onder Zuid-Australische tieners van 12-17 jaar bleek dat sociale verbondenheid de impact van cyberpesten aanzienlijk heeft verminderd.

64% van de leerlingen die cyberpesten ervaren, beweert dat het een negatieve invloed heeft gehad op zowel hun gevoel van veiligheid als hun leervermogen op school. Een toename van sociale verbondenheid kan dus een aanzienlijke invloed hebben op het comfort van leerlingen in de klas.

18. Vrouwelijke en LGTBQ+-slachtoffers van cyberpesten komen vaak voor

Uit gegevens blijkt dat cyberpesten een veelvoorkomend probleem is onder vrouwelijke adolescenten en mensen in de LGTBQ+-gemeenschap.

Meisjes zijn vaker het slachtoffer van cybercriminaliteit (behalve degenen die in de afgelopen 30 dagen zijn gepest), terwijl jongens vaker cyberpesters zijn. Er is ook een aanzienlijke overloop tussen pesten in het echte leven en online pesten. Onderzoekers ontdekten dat 83% van de leerlingen die de afgelopen 30 dagen online waren gepest, ook op school was gepest. Daarnaast had 69% van de studenten die toegaven anderen online te pesten, onlangs ook anderen gepest op school.

Een groeiend aantal onderzoeken geeft ook aan dat degenen die zich identificeren als LGBTQ+ niet alleen vaker in het echte leven worden gepest, maar vergeleken met degenen die zich identificeren als heteroseksueel ook vaker online worden gepest. De gevolgen van dit soort behandeling leiden ook tot een hoger zelfmoordcijfer onder sommige LGBTQ-gemeenschappen en kunnen leiden tot een lager opleidingsniveau.

  • Meer dan 28,1% van de LGBTQ-tieners was in 2019 slachtoffer van cyberpesten, vergeleken met 14,1% van hun heteroseksuele leeftijdsgenoten. (Bron: CDC)
  • Tussen 2019 en 2021 heeft Ditch the Label meer dan 260 miljoen gevallen van online haatzaaien gevonden.
  • Online transfoob haatzaaien is inmiddels met 28 percent gestegen ten opzichte van 2020.
  • Een groter aantal LGBTQ-tieners (12,2%) geeft aan niet naar school te gaan om pesten te voorkomen, vergeleken met 6,5 procent van de heteroseksuele tieners, wat uiteindelijk leidt tot een lager opleidingsniveau. (Bron: CDC)
  • Bijna 1/5 van alle tieners (19,4%) die aangeven “niet zeker” te zijn van hun seksuele geaardheid, gaf aan dat ze met cyberpesten te maken kregen. (Bron: CDC)
  • Zwarte LGTBQ-jongeren hebben meer kans op psychische problemen als gevolg van cyberpesten en andere vormen van pesten in vergelijking met niet-zwarte LGTBQ-jongeren en jongeren die zich identificeren als heteroseksueel. Uit een studie van de Amerikaanse universiteit van CDC-gegevens bleek dat 56% van de zwarte LGTBQ-jongeren risico loopt op depressies. (Bron: American University)
  • Een groot aantal zwarte LGBTQ-jongeren heeft zelfmoordgedachten. American University ontdekte dat 38% het afgelopen jaar zelfmoordgedachten had, vergeleken met heteroseksuele jongeren. (Bron: American University)
  • Uit een onderzoek uit 2018 bleek dat LGBTQ-jongeren vaker slachtoffer waren van cyberpesten naarmate ze ouder werden, terwijl heteroseksuele jongeren deze toename niet ervoeren. (Bron: Computers in Human Behavior)
  • Uit een onderzoek onder 1031 adolescenten bleek dat seksuele geaardheid sterk correleert met betrokkenheid bij cyberpesten of negatieve psychische symptomen. (Bron: Journal of Child & Adolescent Trauma)

Zie ook: Het voorkomen van LGBTQ+-cyberpesten

19. Vulgaire woorden die door gebruikers van sociale media worden gebruikt, kunnen helpen om daders te identificeren

Het International Journal on Adv. Science Engineering IT ontdekte dat Twitter-gebruikers die regelmatig vulgaire woorden in hun Tweets gebruiken, vaker achter een of andere vorm van cyberpesten zitten dan gebruikers die het gebruik van vulgaire woorden vermijden.

20. De schokkende realiteit van kinderen die zich voordoen als anderen

Een  Digital Citizenship-rapport van het Cyberbullying Research Centre ondervroeg 2.500 Amerikaanse studenten van 12-17 jaar. Hieruit bleek dat 9% van de ondervraagden toegaf zich online voor te doen als iemand anders.

Digital citizenship
Bron: Cyberbullying Research Center

21. Meer kinderen gaan niet naar school vanwege cyberpesten

Terwijl je traditioneel hoort dat kinderen spijbelen vanwege fysiek pesten, bleek uit een peiling van UNICEF dat een op de vijf kinderen niet op school is verschenen vanwege bedreigingen die verband houden met cyberpesten.

22. Nederland heeft hoge percentages schermtijd voor kinderen

Volgens de laatste onderzoeken brengen kinderen in Nederland nu meer dan 3,5 uur per dag online door. Dit is een hoge schermtijd die zou kunnen bijdragen aan toenemende niveaus van cyberpesten.

23. Meer dan de helft van de slachtoffers van online intimidatie kent de cyberpester

Panda Security - how much of your data is online?
Bron: First Site Guide

Verywellfamily meldt dat meer dan 64% van de slachtoffers van online intimidatie de dader kent van ontmoetingen in het echte leven. Zelfs als de cyberpester zijn slachtoffer persoonlijk kent, neemt hij vaak zijn toevlucht tot het online van streek maken door de foto’s van het slachtoffer te bespotten en gemene opmerkingen achter te laten. 25% van de respondenten zegt dat ze trollen tegenkwamen in videogames.

24.YouTube is een van de ergste plekken waar cyberpesten voorkomt

Hoewel de meeste Nederlandse ouders YouTube misschien beschouwen als een relatief ongevaarlijke webservice voor hun kinderen, is de realiteit dat het commentaargedeelte onder video’s vol staat met trollen en cyberpesten. Ongeveer 79 percent van de kinderen die YouTube gebruiken, heeft te maken gehad met cyberpesten, wat leidt tot stressvolle interacties op het videoplatform.

Ondertussen krijgt ongeveer 50 procent van de jongeren op Facebook te maken met cyberpesten. Dat is nog steeds veel te hoog, maar lager dan de 64 procent van de slachtoffers op TikTok en 69 procent op Snapchat.

25. 6/10 van de Nederlandse slachtoffers van cyberpesten hadden psychische problemen

Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) kregen 6 op de 10 mensen die in Nederland te maken kregen met cyberpesten er vervolgens emotionele of psychische problemen door.

Ongeveer 7 op de 10 Nederlandse slachtoffers van cyberpesten kenden hun pester. En de overgrote meerderheid van de kinderen die het slachtoffer werden, werd gepest door iemand die ze kenden van school.

26. Volwassenen zijn ook slachtoffers

Hoewel het essentieel is om jongeren te beschermen tegen cyberpesten en cyberstalking, is het ook belangrijk om te onthouden dat dit probleem ook veel volwassenen treft. Volgens onderzoek van PEW uit 2021 heeft meer dan 40% van de volwassenen online te maken gehad met cyberpesten en intimidatie. Dit gedrag leidt vaak tot stress en angst, die de belangrijkste oorzaken zijn van psychische problemen.

27. Griekenland heeft de laagste cijfers voor cyberpesten

Volgens de Organisatie voor Economische Samenwerking (OESO) heeft Griekenland de laagste cijfers voor cyberpesten: slechts 5% van de adolescenten meldt dat ze het slachtoffer zijn geworden van online pesten.

De hoogste percentages cyberpesten werden gevonden in Letland, waar 25% van de mensen cyberpesten meldde. Letland werd op de voet gevolgd door Estland, Hongarije, Ierland en het Verenigd Koninkrijk, waar ongeveer 20% van de adolescenten cyberpesten meldde.

28. Algoritmen kunnen mensen aardiger maken

Volgens het laatste onderzoek aan de Yale Law School kunnen waarschuwingen die automatisch door algoritmen worden afgegeven, onbeschoftheid en cyberpesten helpen voorkomen.

De onderzoekers keken naar berichten op Twitter die resulteerden in een prompt met de tekst: “Wil je dit even bekijken voordat je gaat tweeten?” Uit het onderzoek bleek dat gebruikers vaak besloten hun berichten te wijzigen wanneer hen werd gevraagd om over hun inhoud na te denken.

Hieruit blijkt dat alleen al de vraag of een post onbeleefd, beledigend, verontrustend of onnodig is, voldoende is om gebruikers van het internet ertoe te brengen hun post vrijwillig te wijzigen om ze aardiger te maken.

Uit het onderzoek bleek zelfs dat de vraag om rekening te houden met de toon van een bericht, die gebruikers van sociale media hielp om ook in volgende berichten aardiger te blijven!

29. VK overweegt regels om gebruikers van sociale media toe te staan anonieme accounts te blokkeren

In 2022 kondigde de Britse regering aan dat ze nieuwe regels overweegt waarmee gebruikers het contact kunnen blokkeren met elke gebruiker van sociale media die zijn of haar account niet heeft geverifieerd met een vorm van ID.

De regering hoopt dat gebruikers hierdoor zichzelf kunnen afschermen tegen trollen. Het kan echter ook leiden tot privacyproblemen door gebruikers te dwingen een ID op te geven om met andere gebruikers op sociale media te kunnen communiceren.

Behoefte aan een breder en opener onderzoek

Een gemeenschappelijk thema kwam naar voren toen we verschillende aspecten van cyberpesten onderzochten: een verbluffend gebrek aan gegevens. Dit wil niet zeggen dat er geen onderzoek naar cyberpesten is. Zelfs een simpele zoekopdracht in onderzoeksdatabases zal duizenden artikelen onthullen die het onderwerp in een of andere vorm behandelen. Het meeste onderzoek naar cyberpesten is echter kleinschalig of onvoldoende diepgaand. Het meeste onderzoek is ook gebaseerd op enquêtes, wat resulteert in een grote variatie in de resultaten van enquête tot enquête.

De studie van de Florida Atlantic University vertegenwoordigt een van de beste informatiebronnen tot nu toe. Er is echter meer nodig, waaronder een meta-analyse van de gegevens die uit vele andere bronnen zijn verzameld. Tot die tijd geven openbaar beschikbare statistieken over cyberpesten een onvolledig beeld van het huidige probleem.

Onderzoek uit het verleden heeft nog steeds waarde

Ondanks een gebrek aan consistente openbare of gemakkelijk toegankelijke gegevens, kan een overvloed aan gegevens van vóór 2015 toch een waardevol licht op de kwestie werpen. Onderzoek en statistieken uit het verleden laten zien wat cyberpesten in het verleden inhield en helpen nadenken over waarom dit probleem vandaag de dag nog steeds een punt van zorg is.

Oudere gegevens over cyberpesten omvatten het volgende:

  • De meeste tieners (meer dan 80%) gebruiken nu regelmatig een mobiel apparaat, waardoor ze op nieuwe manieren kunnen worden gepest. (Bron: Bullying Statistics)
  • De helft van alle jongvolwassenen heeft in een of andere vorm te maken gehad met cyberpesten. Nog eens 10-20% gaf aan het regelmatig te ervaren. (Bron: Bullying Statistics)
  • Cyberpesten en zelfmoord kunnen in bepaalde opzichten met elkaar in verband worden gebracht. Ongeveer 80% van de jongeren die zelfmoord plegen heeft depressieve gedachten. Cyberpesten leidt vaak tot meer zelfmoordgedachten dan traditioneel pesten. (Bron: JAMA Pediatrics)
  • Bijna 37 procent van de kinderen is het slachtoffer geweest van cyberpesten. Ongeveer 30 procent is meer dan eens slachtoffer geweest. (Bron: DoSomething.org)
  • 81% van de studenten zei dat ze eerder zouden ingrijpen bij cyberpesten als ze dit anoniem konden doen. (Bron: DoSomething.org)
  • Uit een Brits onderzoek onder meer dan 10.000 jongeren bleek dat 60% aangaf getuige te zijn geweest van beledigend online gedrag gericht tegen een andere persoon. (Bron: YoungMinds.org)
  • Uit hetzelfde Britse onderzoek bleek ook dat 83% van de jongvolwassenen vindt dat sociale netwerken niet genoeg doen om cyberpesten te voorkomen. (Bron: DoSomething.org)

Op zoek naar meer internetgerelateerde statistieken? Bekijk onze verzameling statistieken en feiten over identiteitsdiefstal voor 2017-2022, of onze Cybercriminaliteitsstatistieken, die meer dan 100 feiten en cijfers omvatten.

Gecontroleerd op verbroken links door Ray Walsh en er zijn geen verbroken links gedetecteerd.